Onbegrip
Je vraagt me, in ‘t voorbijgaan,
hoe het met me gaat.
Wat verwacht je dat ik zeg?
Je bent bang voor mijn uitleg.
Waarom blijf je nu niet even staan
terwijl je met me praat?
Je kijkt me ook niet aan.
Heb je dat ooit wel eens gedaan?
Je ogen gaan onrustig heen en weer.
Zo zie je ook de pijn in mijn ogen niet.
De pijn, die mijn lichaam teistert.
Hoe gaat het? Deze vraag is zo gewoon
maar ik ben verbijsterd,
want het is de toon
waarmee het wordt gevraagd.
Alsof je me wilt zeggen:
doe geen moeite het me uit te leggen.
Je wilt niet worden… geconfronteerd: .....
met lijden.
Maar hoe je het ook wendt of keert,
lijden…. kun je niet vermijden.
Ach, arme jij,
je vroeg iets aan mij,
maar het antwoord wachtte je niet af,
waarmee je me te kennen gaf
dat het je niet interesseerde.
Je hebt misschien niet eens begrepen
dat je me bezeerde.
Nee, ik zal je niet vermoeien,
je tijd zal ik niet verknoeien.
Maar…...onbegrip, dat doet zo’n pijn.
Er is niet tegen te vechten.
Het is, en was en zal er altijd zijn.
Tiny.
