Leven in het licht.
Een bloemtak, sterk en fier,
haar bloem naar ’t licht geheven.
Je kijkt er naar met veel plezier.
Een bloem verrijkt zo ieders leven.
Die bloem, zo mooi, zo diep van kleur,
het is een lust voor onze ogen.
Het verspreidt een fijne zachte geur
Een wonder, waar wij van genieten mogen.
Maar ach, dan komt de wind er aan,
die trekt en rukt en gaat te keer.
Daar kan de bloem niet tegenaan
en hulpeloos legt zij haar kopje neer.
Die bloem, zo gaaf en toch zo teer,
maar net tot volle bloei gekomen,
gebogen ligt zij daar nu neer.
de wind heeft haar de kracht ontnomen.
Maar zie, die bloem, ze is toch sterk.
Ze heft haar kopje weer naar boven.
Het licht dat doet nog steeds zijn werk.
Die bloem zal bloeien, al ligt ze ook gebogen.
Zoals het deze bloem vergaat,
zo kan het in een mensenleven gaan.
De tegenwind die komt en slaat,
je kunt er niet meer tegenaan.
Maar dan, na eindeloze donkere dagen
gaat ineens Gods licht je weer verwarmen.
Vergeten zijn dan al je moeiten en je vragen.
Je voelt alleen zijn liefdevolle armen.
Als je Gods licht weer op je branden voelt
en je gebogen lichaam weer tot leven komt,
dan wil je leven zoals God het heeft bedoeld.
Dan komt er weer een loflied uit je mond.
Want al wat zwak is en gebogen
wil God gebruiken tot zijn eer.
Hij ziet ons met hele andere ogen.
Hij ziet in ons het beeld van onze Heer.
Tiny
